blog

Post pandemie leiderschap; wie de weg weet mag het zeggen.

We hoopten er steeds op, nu al een dik jaar, maar zelfs met de verlossende vaccinaties in ons vooruitzicht, lijkt Corona nog lang niet verslagen. Na maanden van uitstellen en omkatten van onze contactmomenten, ‘live’ teambuildingsessies, stategische-, verander- en besluitvormingsprocessen is het oude normaal nog steeds niet in het zicht. En hangen we dagelijks inspiratieloos aan het Teams telraam.

We klagen erover, en hebben er toch ook maar weer mee weten te dealen. Sterker nog, in veel organisaties worden nu ‘nieuwe normalen’ omarmd, wat die ook precies mogen zijn. En wordt de lijn van lenig lockdown denken stevig de toekomst in getrokken. Virtueel, digitaal, op afstand werken lijkt de norm te worden. Big Tech had al snel haar medewerkers een thuistoekomst belooft. En ook in NL spreekt dit vernuftig file-vermijden tot veler verbeelding. Tot zover de voordelen.

De andere kant is er ook. De verbinding met je collega’s, je leidinggevende, je medewerkers, je klanten, je opdrachtgevers, je leveranciers. Je gedeelde gevoel van identiteit. Je teamlidmaatschap. Niets in de gezamenlijke ‘share screen sessies’ geeft je echt dat gevoel van ‘wij’. Zie daar dus de rappe opmars van plannen rondom clubhuisachtige ontmoetingsruimtes, teamhonken en verbindingskamers; om ons van contactvervreemding te redden en onze innerlijke mens straks weer af en toe te laten laven aan de zo gemiste shotjes oxytocine. We missen elkaar. Maar krijgen er thuistijd voor terug. En deze nieuwe combinatie verandert ons psychologisch contract met het werk. Misschien wel voorgoed.

Want wat als we de voordelen van thuiswerk niet meer willen inleveren? De vrijheid, de regelruimte, de mogelijkheden zelf je keuzen te maken, je tijd in te richten? De 3 minuten reistijd tussen douche en daily standup. En wat als we – na jaren van stress- en burnoutrijk presteren op het randje – niet meer af willen van de inmiddels comfortabel aanvoelende vrijblijvendheid, het net wat minder zichtbaar, aanspreekbaar, verantwoordelijk zijn; het net iets minder eigenaar zijn? Wat als we hier structureel meer van willen in onze knusse thuiskantoren? Zelfs al kost ons dat een onsje verbondenheid?

Een stille verzakelijking zou zomaar een gevolg kunnen zijn, als je de lijn wat verder doortrekt. Je niet meer zo verbonden, niet meer zo gebonden voelen aan één organisatie, één team, één werkgever. Misschien wel meerdere ‘gigs’ tegelijkertijd doen bij meerdere min of meer vaste opdrachtgevers. Want niet de collectieve beleving bindt nog, maar wellicht wel de gedeelde uitdaging, toegevoegde waarde of maatschappelijke bijdrage van de unieke klus. Komen we los van onze ouderwetse werkgever-werkgever exclusiviteit? Worden we allen éénpitters? Seriële gelegenheidspartners? Meerdere heren (excuus; of dames) dienend? Als vaste, vertrouwde, interne externen? Gecommitteerd aan de klus, de opgave, aan het behalen van een vastomlijnd resultaat? Maar ook met de emotionele distantie van de tijdelijk ingehuurde?

Of overbruggen we in organisaties de afstand- en identiteitskloof langs verrassend creatieve, nieuwe wegen om onderlinge verbondenheid te kietelen, en ook digitaal gevoelens van samen aan te wakkeren?

Hoe dan ook, ik zie een voortrekkersrol voor de leiders van morgen. Die minder op ambacht, kennis of autoriteit zullen moeten varen, maar zich eerder bedreven moeten weten in het mobiliseren van gemeenschapszin en het revitaliseren van het sociale weefsel in de organisatie. Die onverwachte verbindingen leggen en positief aanstekelijk zijn. Die verschillen uitnutten, energie aanboren, tegenstellingen overbruggen en mensen emotioneel verbinden rondom de opgaven die er wat hun betreft toe doen. Leiders die eerder intercedent, coach, facilitator en vertrouwenspersoon zijn dan beoordelaar, doelenbewaker of feedbackgever. Leiders die breinen aaneen weten te schakelen, die sneller diepgang en vertrouwen in teaminteracties en gelegenheidsrelaties kunnen uitlokken, en een sfeer weten te creëren van onomwonden je mening en ideeën durven delen en tegelijkertijd de bedding verzorgen waarin tegengeluid echt gehoord kan worden.

Tja, en zijn het nog wel ‘leiders’ dan? Of sturen we inmiddels allemaal onszelf en elkaar? En is leiderschap op aan het gaan in een reeks klussen en taken die vrolijk rouleren in het team, op affiniteit en energie uitgesorteerd en geclusterd rondom competenties en rollen? Ik heb het antwoord niet. En niet het overzicht. Maar zie her en der de beweging wel. Al gaat dat nergens zonder horten en storten.

Maar als het wereldwijde thuiswerkexperiment ons één ding heeft geleerd, is dat veel professioneel en kennisintensief werk uitstekend deelbaar, digitaal en op afstand doenbaar bleek. Ondanks connectie-armoede. En het is in deze categorie van presteren dat ik voorzie dat processen van leiden, volgen en (samen)werken, al dan niet in wisselende gelegenheidsteams, grote veranderingen gaan doormaken die de wereld van leidinggevenden en managers zomaar flink op de kop kunnen gaan zetten.

Post pandemie leiderschap wordt misschien wel relatie- en emotiemanagement. En dit vraagt ander denken en handelen van velen.

Wat het ook wordt, leiders in den lande: ik wens jullie veel reflectie. En wie de weg weet, mag het zeggen. Ik hoor het in ieder geval graag!